TEK STIEL is een sociaal-artistiek project van Stad Genk en Stebo, waar co-creatie voorop staat. Een multiculturele groep vrouwen komt samen om kennis en ambacht uit te wisselen. Die uitwisseling vormde de basis om een eigen textielproject te realiseren. Gaandeweg kreeg het project vorm wat uitmondde in een reeks unieke draagtassen, gemaakt van oude visnetten, mooie (portret)foto's en een publicatie.
Nu is dit project dus één van de 21 Henry vande Velde Award Winners 2020. De Henry van de Velde Awards worden uitgereikt door Flanders DC en zijn de belangrijkste designprijzen in België. Omdat design zo breed is, zijn er prijzen in twaalf verschillende categorieën. TEK STIEL werd genomineerd in de categorie ‘Collaborative’. Op 22 januari kan het ook de Henry van de Velde Public Gold Award 2020 winnen!
TEK STIEL dat is oude stoffen scheuren en er touwen van maken.
TEK STIEL dat is elkaar technieken leren van haken, breien tot patchwork.
Linde Hermans nam ons mee op pad en met enkel en alleen restmaterialen maakten we tassen uit oude visnetten. Dat ging niet onopgemerkt voorbij! Want nu zijn we samen met nog 21 projecten geselecteerd voor de HENRY VAN DE VELDE PRIJS. En we kunnen ook nog de publieksprijs winnen.
Je kan ons helpen door te stemmen via http://www.henryvandevelde.be/ DOEN!
Deze co-creatie gebeurde met diverse actoren. De spil was productdesigner Linde Hermans. Die in dit project meer procesbegeleider was dan ontwerper. Zo bouwde ze samen met kernpartners Stad Genk, Stebo buurtopbouwwerk (dat met Genk een netwerk ‘iedereenfixt’ had opgezet rond circulaire economie) en het Vrouwencentrum een parcours uit. Stap voor stap werd er met de input van alle betrokkenen gewerkt naar een concept. Ook de realisatie was een gedeeld verhaal. De vrouwen leerden elkaars technieken en pasten ze toe in een eigen ontwerp. Dit werd extra ondersteund door een textielontwerpster, een weefster en enkele andere artistieke collega’s die de vrouwen bijkomende technieken aanleerden in functie van hun ontwerp. Het proces vond plaats in het atelier, waardoor uitwisseling en co-creatie mogelijk werd, en er een hechte band ontstond tussen de deelnemers.
Van bij de aanvang werd steeds rekening gehouden met verschillende factoren.
Enerzijds was er het aspect duurzaamheid, iets waar de stad samen met de inwoners veel aandacht aan besteedt. Er werd enkel gebruik gemaakt van restmaterialen. Stebo was de gedroomde katalysator naar reststromen in de directe omgeving. Het materiaal werd samen met de Kringwinkel Reset uitgekozen. Deelnemers werd ook gevraagd geen nieuw materiaal aan te kopen. Voor de visnetten zocht Linde Hermans contact met een lokale viskwekerij en een visser uit Oostende. Zij leverden oude, kapotte visnetten die niet meer bruikbaar waren voor de visvangst. De visnetten kregen een tweede leven in de vorm van draagtassen.
De tassen uit gebruikte visnetten staan ook voor duurzaamheid. Ze kunnen gebruikt en steeds hergebruikt worden. Maar ook de deelnemers worden meegenomen in een bewustwordingsproces rond duurzaamheid en het gebruik van herbruikbare materialen.
Maar textiel heeft ook een bijzondere betekenis als bindmiddel. De oude visnetten stonden symbool voor het vangnet dat de groep voor elkaar was, en voor het netwerk dat langzaam maar zeker groeide binnen en buiten de groep.
De opdracht voor de deelnemers lag vast, maar de manier waarop die tassen gemaakt zouden worden niet. Daarin was iedere deelnemer vrij, waardoor elk stuk uniek is.
Meer info:
debby.nivelle@stebo.be
www.lindehermans.be
www.genk.be